HP Deskjet 9300 Printer series - De printer reageert niet (er wordt niets afgedrukt)

background image

De printer reageert niet (er wordt niets afgedrukt)

Controleer de voeding.
Controleer of het netsnoer goed op de printer en op een werkend stopcontact is
aangesloten en of de printer aan staat. Het Aan/Uit-lampje op het voorpaneel
van de printer moet branden.

Controleer de kabels.
Controleer of de printerkabel goed is aangesloten op de printer en de computer.

Controleer de knop van het achterpaneel.
Zorg dat het paneel aan de achterkant van de printer goed is bevestigd en dat de knop is
vergrendeld. De printer werkt niet als de knop niet is vergrendeld.

Controleer de printerinstellingen.
Controleer of de HP deskjet-printer is geselecteerd als de huidige of standaardprinter en
zorg dat Afdrukken onderbreken in het printermenu niet is geselecteerd.

Even geduld.
Het duurt langer voordat de printer begint met het afdrukken van complexe documenten
die veel lettertypen, illustraties en kleurenfoto's bevatten. Als het Aan/Uit-lampje knippert,
is de printer bezig met het verwerken van informatie.

Controleer het papier.
Controleer of het papier correct is geladen in de lade en geen storing veroorzaakt in de
printer. Zie

“Papier laden”

en

“Er is papier vastgelopen in de printer”

voor meer informatie.

Als u probeert om af te drukken terwijl de printer uit staat, verschijnt er een foutmelding
op uw computer. Als de printer uit stond en er geen bericht is verschenen toen u probeerde
af te drukken, is de printerinstelling misschien onjuist. Om dit te verhelpen moet u de
printersoftware opnieuw installeren.

background image

5-2

NLWW

Controleer de inktpatronen.
Controleer of de zwarte inktpatroon en kleureninktpatroon goed zijn geplaatst en of
de toegangsklep gesloten is (zie

“De inktpatronen vervangen”

voor meer informatie).

Het inktpatroonlampje knippert als de inktpatronen niet goed zijn geplaatst. Zie

“De

printerlampjes knipperen”

en

“Probleem met de inktpatronen”

voor meer informatie.

Probeer een testpagina af te drukken
Zet de printer uit en vervolgens weer aan. Druk op de knop

D

OORGAAN

en laat de knop

los als het lampje van de knop Doorgaan begint te knipperen. Als de testpagina wordt
afgedrukt, wordt het probleem niet veroorzaakt door de printer.

Probeer vanuit een ander softwareprogramma af te drukken.
Probeer vanuit andere softwareprogramma’s af te drukken om te zien of het probleem
dan ook optreedt.

Probeer een testpagina af te drukken.
Druk een Windows-testpagina af: Klik op Start, ga naar Instellingen en klik vervolgens op
Printers (Windows NT 4.0, 98, Me en 2000) of Printers en faxen (Windows XP). Klik met
de rechtermuisknop op het printerpictogram en selecteer Eigenschappen. Selecteer het
tabblad Algemeen en klik vervolgens op Testpagina afdrukken.

Wanneer de testpagina wordt afgedrukt en de printer goed werkte met het
softwareprogramma dat u gebruikt, probeer dan een ander bestand af te drukken
met de software. Wanneer dit bestand wordt afgedrukt, is het bestand dat u hiervoor
probeerde af te drukken mogelijk beschadigd. Probeer een eventuele reservekopie van
het betreffende bestand af te drukken. Wanneer u het probleem niet met bovenstaande
oplossingen hebt kunnen verhelpen dan wordt het probleem waarschijnlijk veroorzaakt
doordat het softwareprogramma niet in staat is om de printerinstellingen goed te
interpreteren. Raadpleeg het leesmij-bestand op de Starter-CD voor informatie over
bekende softwareconflicten. U kunt ook de handleiding van uw softwareprogramma
raadplegen of contact opnemen met de softwarefabrikant voor nadere hulp bij dit
probleem.

Wanneer de testpagina niet wordt afgedrukt, controleer dan of u de juiste poort (USB,
LPTx) heeft geselecteerd en of de printer rechtstreeks op uw computer is aangesloten.
Als uw printer is aangesloten op een schakeldoos controleer dan of u de juiste schakel
heeft geselecteerd. Tijdens het afdrukken van de testpagina moet het Aan/Uit-lampje
knipperen. Wanneer het Aan/Uit-lampje niet knippert, druk dan een diagnostiekpagina af.
Zie

“Een diagnostiekpagina afdrukken”

voor aanwijzingen.

Controleer de instellingen van het netwerk
Controleer of uw printer correct is geïnstalleerd in de netwerkomgeving. Zie

“De printer in

een netwerk gebruiken”

en de documentatie die u van uw netwerkleverancier hebt

gekregen. Zie ook

“Problemen met afdrukken in een netwerk”

voor extra informatie

over het oplossen van problemen.

Controleer de Kiezer (alleen Mac OS 8.6 en 9.x).
Controleer of u de printersoftware heeft geïnstalleerd en of de printer is geselecteerd.
De printerversie moet links boven in de Kiezer zichtbaar zijn. Wanneer u op het
printerpictogram klikt, moet de printernaam rechts in de Kiezer worden weergegeven.
Selecteer de printernaam.

Controleer de USB-poort.
Koppel de printer los van de USB-poort en wacht een paar seconden. Sluit de printer
dan opnieuw aan. Als dit niet helpt, probeer de printer dan op een andere USB-poort
aan te sluiten.

Controleer de toestand van de kabel.
Controleer of de printerkabel niet is beschadigd of gerafeld. Als dit wel het geval is,
moet u contact opnemen met de kabelfabrikant voor een nieuwe kabel.

Verwijder de printersoftware en voer het installatieprogramma (setup.exe) uit. Vergeet niet
om tijdens de installatie, wanneer dit wordt gevraagd, de printer aan te zetten en
uitsluitend de kabel aan te sluiten die u heeft geselecteerd.

background image

NLWW

5-3