Afdrukken op speciaal papierformaat
Afdrukken op speciaal papierformaat:
1
Plaats een stapel papier van maximaal 19 mm of 150 vel met de afdrukzijde naar beneden
zo ver mogelijk tegen de rechterkant van de hoofdlade.
2
Schuif de papierbreedte- en lengtegeleiders tegen het papier aan.
3
Voordat u uw applicatie opstart, opent u het printerstuurprogramma om het gewenste
aangepaste papierformaat in te stellen. (Voor meer informatie over toegang tot het
printerstuurprogramma raadpleegt u
“De afdrukinstellingen wijzigen”
.)
4
Voor Windows:
Selecteer in het printerstuurprogramma het tabblad Papier/Kwaliteit en doe het
volgende:
• Klik op de knop Aangepast naast de keuzelijst Formaat is.
Het dialoogvenster Aangepast papierformaat verschijnt.
• Bij Papierformaat voert u de waarden in voor de Breedte en de Lengte. U kunt de
instellingen indien gewenst opslaan onder één van de geprogrammeerde namen.
Klik op OK.
• In de keuzelijst Bron is selecteert u Lade 1.
Voor Macintosh:
• In het menu Bestand klikt u op Pagina-instelling.
• Selecteer Aangepast paginaformaat bewerken bij Paginaformaat.
• Bij Papierformaat bewerken voert u de waarden in voor de Breedte en de Hoogte.
U kunt de instellingen indien gewenst opslaan onder één van de geprogrammeerde
namen. Klik op Voltooien.
5
Wijzig zonodig de overige afdrukinstellingen en klik vervolgens op OK.
6
Open de applicatie en druk uw document af.