Afdrukken op enveloppen
Afdrukken op enveloppen:
1
Zorg dat al het papier uit de hoofdlade is verwijderd.
2
Schuif de enveloppen met de flappen naar boven zo ver mogelijk tegen de rechterkant
van de hoofdlade.
Het papierformaat moet tussen de 89 mm en 330 mm liggen; de papierlengte moet tussen de
146 mm en 1.270 mm liggen.
3-8
NLWW
3
Schuif de papierbreedte- en lengtegeleiders tegen de enveloppen aan.
4
Voor Windows:
Selecteer in het printerstuurprogramma het tabblad Papier/Kwaliteit en doe het volgende
(Voor meer informatie over toegang tot het printerstuurprogramma raadpleegt u
“De
afdrukinstellingen wijzigen”
):
• In de keuzelijst Formaat is selecteert u het formaat van de enveloppen.
Voor Macintosh:
• Selecteer het formaat van de enveloppen.
5
Wijzig zonodig de overige afdrukinstellingen en klik vervolgens op OK.
6
Druk uw enveloppen af.